Skip to main content
  • 23 januari 2008

Dylan Thomas veroorzaakt onrust bij Kamp Zeist

Harry Zevenbergen

In juni was ik aanwezig bij een demonstratie tegen de slechte behandeling van vluchtelingen in ´Detentiecentrum Kamp Zeist´. Ik droeg daar tijdens een optreden de gedichten ´Punk in Rhenen´ en ´Zuurstof´ voor. De laatste is een tekst die ik samen met Timo de la Mar schreef en waarin ik twee door mij vertaalde zinnen van Dylan Thomas gebruik. Nadat het podiumprogramma was gestopt, ben ik naar huis gegaan en liep het bij de ingang van het Kamp uit de hand. Demonstranten en politie raakten slaags. Ik zag geen oorzakelijk verband tussen mijn optreden en de ongeregeldheden. De politie dacht daar anders over. Zij meenden dat er een direct verband was tussen de opruiende woorden van een aantal sprekers en het feit dat het uit de hand liep.

 Misschien zou het de grote Engelse dichter Dylan Thomas wel plezier gedaan hebben, dat zijn ´rage, rage against the dying of the light´ in 2007 voor de nodige ophef zou zorgen. Dat hij zo´n vijftig jaar na zijn dood, verschijnt in een proces-verbaal. Weliswaar niet met naam en toenaam, want de agenten hebben in mijn vertaling ´Raas raas tegen het sterven van het licht´, niet de hand van deze grote dichter herkend. Het bevestigd mijn veronderstelling dat poëzie geen hoofdvak is op de politieschool en dat het al dan niet lezen van de klassiekers uit de internationale literatuur geheel aan het eigen initiatief van de agenten wordt overgelaten. Het zou mooi zijn geweest wanneer er ten minste één agent was opgestaan en had geroepen: `Is dat niet van Dylan Thomas?´ De vraag is natuurlijk of de wereld er anders uit zou zien, wanneer de politie in de poëzie onderwezen zou worden. Het hangt er van af welk vak dan uit het pakket zou worden gehaald. ´Knuppelen en meppen´, `Spelen met honden en paarden´ of  ´Geweldsbeheersing´.

Ik weet niet of poëzie helpt. Uit de recensies die verschillende agenten van mijn optreden bij het Vluchtelingenkamp Zeist maakten, blijkt dat de basale vaardigheid om beelden en metaforen te onderscheiden van ´zeggen wat je denkt´ volledig ontbreekt. Dat geeft niet, met één of twee bijlessen is daar best iets aan te doen. Het zou, uitgaand van de optimistische gedachte dat feiten tellen, voorkomen dat men mij betitelt als aanhanger van Bin Laden en Dylan Thomas als een halve terrorist. Dit om zijn ´Raas raas tegen het sterven van het licht´. Ik geef direct toe dat mijn vertaling ´Laat je niet willoos wegvoeren in de nacht´ van een andere zin uit dat gedicht nml.: ´Do not go gentle into that good night´, een meer politieke  lading heeft gekregen zeker in connectie met vluchtelingen die gevangen zitten in een kamp met hoge hekken eromheen. Maar wanneer er een link met de tweede wereldoorlog wordt gelegd, wat volgens de agenten ook gebeurde door sprekers, is dat niet de schuld van degene die de link legt. Eerder van de beleidsmakers die geen moeite doen te verhullen hoe ze denken over de rechten van de mens. Het zijn de mensen die de bevelen geven, waar de politie zich druk om zou moeten maken. Die leggen een gevaarlijke link met de Tweede wereldoorlog, niet in woorden maar in daden.

Zoals gezegd, ik weet niet of poëzie helpt. Ik stel mijn eisen laag. Mijn leven zal al geslaagd zijn wanneer de eerste agent me staande houdt, omdat hij in al zijn enthousiasme een zojuist door hem gelezen gedicht met mij wil delen. Ik zal diep buigen en vol respect zijn pet voor hem afnemen.

PS  Hieronder volgen enige citaten uit de verschillende processen verbaal:

´Tevens werd door een spreker gezegd dat Bin laden het aan het goede eind had en dat die wel de juiste manier van handelen had of woorden van gelijke strekking.´

´Wij zagen en hoorden oa. een spreker, welke aangaf gewoond te hebben in Rhenen. Wij hoorden dat hij een gedicht opdroeg. De zinsnede van dit gedicht was, zoals wij hoorden, behoorlijk opruiend. Ook in zijn voordracht droeg deze spreker bij, zoals wij dat beleefden, aan opruierij. Dit door zijn harde bewoordingen en performence. Het gedicht werd bijgezet met de bewoordingen "Raas Raas". Helaas is de bewoording waarin gesproken werd ons ontschoten.´