Skip to main content
  • 13 april 2007

Het rommelt in inlichtingenland

Ronald van Haasteren

Inlichtingendiensten gaan vaak moeizaam door een en dezelfde deur. Dat is een verschijnsel dat al zo oud is als het bestaan van inlichtingendiensten. Concurrentie, status, geld en macht blijken vaak de ingrediënten te zijn die samen een explosieve cocktail vormen. Tussen inlichtingendiensten en politiediensten botert het meestal nog minder. De rubberen zolen halen hun neus op voor de veldwachters die zo onnozel zijn om mensen te willen arresteren en daar ook nog eens zoiets onbenulligs als bewijs voor willen zien. Omgekeerd zijn de veldwachters weer niet te spreken over het niveau van hun collega-spionnen, die duur doen met boterzachte informatie en te pas en te onpas met de armen over elkaar toekijken hoe een terreurcel zijn gang gaat.

Dat het ook in Nederland nog steeds niet botert tussen de verschillende terrorismebestrijders, bleek deze week weer eens uit een rapport van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CITVD). Deze commissie moet erop toezien dat de inlichtingendiensten niet buiten hun juridische boekje gaan. De commissie had deze keer de zogenaamde CT-infobox onder de loep genomen. In dit computerbestand wordt informatie over verdachten verzameld afkomstig van inlichtingendiensten, de politie, de IND, het OM en de FIOD. Het is de bedoeling dat vervolgens wordt afgesproken hoe om te gaan met de verdachte sujetten. Een microfoontje laten plaatsen door de AIVD, een opsporingsonderzoek opstarten door de politie, een verblijfsvergunning laten intrekken door de IND of een financieel onderzoek door de FIOD. Dat soort werk.

In naam heet de CT-infobox een samenwerkingsverband van gelijkwaardige partners te zijn. In de praktijk blijkt dat de AIVD zich gedraagt als heer en meester van de CT-infobox. Dit uiteraard weer tot groot verdriet en woede van de andere instanties. ”Dit ging ten koste van een zo goed mogelijke samenwerking,” aldus de CTIVD. Nog ingewikkelder is de positie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding, de NCTb in het jargon. Deze dienst moet de coördinerende spin in het inlichtingenweb zijn, om te zorgen dat linkerhand enigszins weet wat de rechterhand doet. Daarom mag ook de NCTb aanschuiven bij de CT-infobox. Maar daar zijn de échte inlichtingendiensten weer niet van gediend. Want de informatie in de CT-infobox is supergeheim en niet bedoeld voor de ogen van bemoeizuchtige, veredelde beleidsambtenaren. "Zo is een aantal deelnemers van mening dat in aanwezigheid van de vertegenwoordiger van de NCTb, niet gesproken kan worden over operationele gegevens. Het betreft immers gevoelige gegevens waarover de NCTb, met het oog op zijn taakuitvoering, niet noodzakelijkerwijs hoeft te beschikken,” heet het in het keurige jargon van de CTIVD. Echt gezellig is het dus niet aan de tafel van de CT-infobox.

De NCTb kreeg al eerder het verwijt zich stiekem als volwaardige spion te gedragen. In het rapport 'Inlichtingen en Veiligheid Defensie' constateerde een werkgroep dat de NCTb zich steeds meer begaf op terreinen die eigenlijk voorbehouden zijn aan de AIVD en MIVD. Het rapport constateert dat de NCTb “concurrerende producten” vervaardigt omdat het, net als de andere diensten, informatie verzamelt en analyseert en contacten legt met nationale en internationale partners. Het is al voorgekomen dat de NCTb, MIVD en AIVD over een bepaald onderwerp alledrie een rapport leverden, aan verschillende beleidsfora. Het rapport bepleit daarom betere afstemming. “Zo kan worden voorkomen dat, ondanks de behoefte van de NCTb om zich te profileren, er verwarring ontstaat over de vraag of de NCTb zich nu wel of niet als “derde inlichtingendienst” gedraagt,” aldus het rapport.

Vooral in het buitenland kan verwarring ontstaan over de rol van het NCTb. Er zijn onderlinge afspraken gemaakt over het aangaan van buitenlandse contacten door het NCTb, maar volgens het rapport is het de vraag in hoeverre de NCTb “de grenzen van de afspraken opzoekt.” De MIVD verwacht overigens dat het NCTb weinig succesvol zal zijn in het opbouwen van internationale contacten, omdat de NCTb niet wordt gezien als lid van de “hechte en gesloten internationale intelligence community.” Maar toch bestaat zorg over verstoring van de relaties, omdat voor buitenlandse partners onduidelijk is wat de rol van het NCTb precies is. Het rapport stelt dan ook dat het NCTb er bij het opbouwen van eigen buitenlandse contacten voor moet waken dat er geen verstoring optreedt in het voor de MIVD “cruciale” internationale netwerk.

Zo houden de heren en incidentele dame elkaar lekker bezig.