Skip to main content
  • 27 augustus 2020

Wat is waarheid?

Rob Lubbersen

Dagelijks wordt de vraag opgeworpen. Wat is waarheid? De laatste Zomergast bij de VPRO op zondagavond had de vraag zelfs als leidraad gekozen voor een belangrijk deel van zijn favoriete tv-avond. Ilja Pfeiffer ging op zoek naar de verhouding tussen feit en fictie, tussen ratio en emotie op weg naar meer inzicht in nepnieuws en complotdenken.

En op dinsdag riep een journaliste op Radio 1 vertwijfeld uit: “Kennelijk zijn er meerdere waarheden.” Ze deed dat na een verslag van de gebeurtenissen van afgelopen weekend in Wezep. Daar was een confrontatie geweest tussen politie en jongeren. Volgens de politie omdat die jongeren de hulpdiensten hadden gehinderd bij een brandje in het dorp. Volgens de jongeren zelf en buurtbewoners was de ‘rel’ begonnen toen een overspannen politie-agent een jongen met zijn knuppel te lijf was gegaan toen deze onder een afzettingslint doorkroop, nota bene met toestemming van een andere agent. “Kennelijk zijn er meerdere waarheden.”

Onlangs schreef ik een artikel op www.grenzeloos.org over het boek Deze Waarheden van Jill Lepore over de geschiedenis van Amerika. Daar kwam een reactie op van ene Towiko: “Positief is dat Lepore's boek een van de weinige is dat de Amerikaanse (VS) geschiedenis in zijn totaliteit bestrijkt, kritisch ben ik over haar m.i. af en toe voor een historica ongepaste voorkeuren voor bepaalde ontwikkelingen en figuren. Die oogkleppen apprecieer ik niet als zeer geboeid lezer. Maar misschien is objectiviteit in de historische wetenschap een onjuiste verwachting? Of zou het komen doordat deze mevrouw zelf een Amerikaanse is die over haar eigen geschiedenis schrijft? Feiten en interpretaties onderscheiden zou toch moeten kunnen?” Kennelijk is Towiko ook iemand die worstelt met feiten en meningen en met de mogelijkheid van objectieve waarheid.

Nog veel verder ging Munganyende Hélène Christelle in de special van De Groene Amsterdammer over ‘Dichters in de Prinsentuin’. Ze betoogt overtuigend dat er een sterke relatie is tussen maatschappelijke omstandigheden en het denken en doen van mensen. Naarmate de omstandigheden verschillen kunnen de ideeën en gedragingen van mensen verschillen. Maar dan slaat ze door: "Het gaat er niet om dat die realiteiten niet naast elkaar kunnen bestaan, het gaat er vooral om dat we af moeten van het idee dat de ene realiteit superieur is aan een andere." Zij lijkt de vraag op te werpen of er meerdere waarheden bestaan omdat er meerdere werkelijkheden zijn.

Binnen linkse groepen zijn bovenstaande opvattingen bepaald geen uitzondering. Pluriformiteit en relativering worden vaak als wenselijk en progressief beschouwd. En dat is heel begrijpelijk. Tegenover uit graniet gehouwen rechtse denksystemen zijn dit soort opvattingen toonbeelden van humaniteit en mogelijke verandering. Ook ter linkerzijde zijn er ervaringen opgedaan met versteende en ondraaglijk arrogante ideologieën, zoals het stalinisme. Vergeleken daarmee zijn pluriformiteit en relativering ronduit verfrissend. Maar helpen ze ons aan een beter begrip van de wereld en een beter uitgangspunt om die te veranderen? Het hangt ervan af hoe ver ze gaan.

In de wereld van de quantum-mechanica schijnen meerdere posities en bewegingen tegelijkertijd mogelijk te zijn. Voor de wereld waarin wij ons bevinden geldt dat mijns inziens niet. In de wereld van Newton, Darwin en Marx is er wel degelijk één werkelijkheid. Eén objectieve realiteit. Met een materiële basis waarop zich een geestelijke bovenbouw verheft, die overigens die onderbouw wél kan beïnvloeden. Maar zonder basis geen bovenbouw. Gezamenlijk: de objectieve werkelijkheid.

Probleem is dat die objectieve werkelijkheid nooit helemaal subjectief gekend kan worden. Het denken hobbelt altijd achter de werkelijkheid aan, dus óók achter de realiteit van (andere) ideeën. Een oude metafoor is die van de diarree: je broek zit vol voor je er erg in hebt. Gevolg voor de waarheid is dat deze als idee van de werkelijkheid nooit absoluut kan zijn. Absolute waarheid zou een geheel kloppende beschrijving of weergave van de werkelijkheid moeten zijn en dat is dus materieel onmogelijk.

Alleen profeten met voorspellende gaven, die de werkelijke ontwikkeling net weten voor te blijven, zouden een absoluut waar moment kunnen aangeven. Helaas, net als sinterklaas bestaan ze niet. Dat betekent niet dat er geen uitspraken gedaan kunnen worden die de werkelijkheid méér benaderen dan andere. Oftewel: sommige ideeën, opvattingen, meningen zijn weliswaar niet absoluut, maar toch meer waar dan andere. De kreet ‘dat is ook maar een mening’ klopt dus niet; een mening is juister dan een andere mening, dus staat dichter bij hoe het zit, of niet. Onverschilligheid is niet passend.

In haar boek waarschuwt Jill Lepore voor een dergelijk relativisme. Natuurlijk is het niet altijd eenvoudig om snel en met zekerheid vast te stellen welk idee de werkelijkheid het beste weergeeft. Daarom zijn democratie en vrije meningsuiting onontbeerlijk. Maar ontkenning van die ene werkelijkheid en schouderophalen bij deze of gene mening helpen ons niet verder. Hoewel misschien goed bedoeld, om aan orthodoxie te ontsnappen, maakt het de weg vrij voor nepnieuws, oppervlakkig populisme en valse complottheorieën, die de mensheid slechts op nieuwe dwaalwegen zullen voeren.

De speurtocht naar zo veel mogelijk waarheid mag niet worden opgegeven! Hoe beter het kompas hoe groter de kans een bedoelde bestemming, een betere werkelijkheid, te bereiken.