Skip to main content
  • 04 januari 2019

Ecologische strijd - klassenstrijd - strijd voor ecosocialisme

Willem Bos

Recentelijk reageerde ik onder de titel “Ecologische strijd is klassenstrijd’, op een stuk van Bender met de titel ‘Ecologische strijd of klassenstrijd’. Bender reageerde daar weer op onder de veelzeggende kop ‘Ecologische strijd is persoonlijk'. Daarin geeft hij niet alleen zijn/haar opvatting maar vraagt ook op verschillende punten om verduidelijking van mijn standpunt. Daarom een poging tot verheldering.

Socialisme

Uit het feit dat in mijn stuk het woord ‘socialisme’ niet voorkomt concludeert Bender, dat ik ‘niet aan socialisme moet denken’, en dat ik dat een ouderwetse benadering vind. Op dat punt kan ik hem/haar volledig gerust stellen, niets is minder waar. Al een halve eeuw beschouw ik mezelf als een socialist en de ‘S’ in de naam van de politieke organisatie (https://www.grenzeloos.org/node/1280?language=nl) waar ik al vele decennia lang actief lid van ben staat voor niets anders dan Socialistische.

Het probleem met de term socialisme is echter dat het - net als vele andere termen uit het linkse woordenboek - in de loop van de tijd zeer uiteenlopende betekenissen heeft gekregen. Ruim een eeuw geleden was de betekenis van socialisme samen te vatten als: een maatschappijvorm waarin de heerschappij van de kapitaalsbezitters (de bourgeoisie) vervangen is door de heerschappij van het proletariaat en als gevolg daarvan niet het streven naar winst, maar het voldoen aan maatschappelijke behoeften centraal staat. ‘Proletariërs aller landen verenigt u’, was de strijdkreet van socialisten.

In 1914 ruilde een groot gedeelte van de toenmalige ‘socialisten’, het ‘proletariers aller landen verenigt u’ in voor ‘proletariers van mijn land verenig u achter de bourgeoisie van mijn land om ten strijd te trekken tegen de proletariers van andere landen’. En zij bleven zichzelf socialist noemen. Ook vandaag de dag hebben we ‘socialisten’ die zich inspannen om het neoliberale kapitalisme overeind te houden; om de Griekse bevolking te laten bloeden ten behoeven van de winsten van de Noord Europese banken; ‘socialisten’ die vinden dat we vluchtelingen en gelukzoekende migranten zo ver mogelijk van onze grenzen onder mensonterende omstandigheden in kampen vast moeten houden; en dan zijn er ook nog steeds mensen die vinden dat de bureaucratische dictatuur in de Sovjetunie en haar vazalstaten of in het huidige Noord Korea als ‘socialisme’ aangeduid kan worden.

Het gebruik van de term ‘socialisme’, behoeft dus wel enige nadere duiding. Vandaar dat ik het in mijn vorige bijdrage niet over socialisme, maar over post-kapitalisme had. Hoe vaag de term ook is, hij heeft in ieder geval het voordeel dat het duidelijk is dat het om een niet (meer) kapitalistische economie en maatschappij gaat, dat er van een breuk met het kapitalisme sprake is.

“Moet ik me daarbij een economie voorstellen waarin de productiemiddelen in privé-eigendom blijven? Of moet ik dan toch eerder denken aan genationaliseerd privé-eigendom? Aan plan-economieën?”, vraagt Bender. Om daar in een paar zinnen antwoord op te geven: Het kenmerk van het kapitalisme is de scheiding tussen de productiemiddelen (die in handen zijn van kapitaalsbezitters) en de producenten (de arbeidersklasse), die slechts in haar bestaan kan voorzien door haar arbeidskracht aan de kapitaalsbezitters te verkopen. Een post-kapitalistische (socialistische) maatschappij betekent in mijn visie dan ook in de eerste plaats dat die breuk opgeheven wordt. Dat de producenten weer de zeggenschap krijgen over de productiemiddelen. Dat betekent het in gemeenschapsbezit brengen (socialiseren) van die productiemiddelen.i Hoe dat zelfbeheer precies vorm zal krijgen, welke organen daarvoor gecreëerd zullen worden, wat de relatie tussen producenten en consumenten en andere belanghebbenden zal zijn en hoe decentrale en centrale planning gecombineerd wordt zal de toekomst leren.

Ecosocialisme
Lang hebben socialisten (de echte dus, die een breuk met het kapitalisme voorstonden) gedacht dat voor de overgang naar het socialisme de vernietiging van het bestaande (burgerlijke) staatsapparaat en het vervangen daarvan door een nieuw staatsapparaat (radenrepubliek) plus de overname van de macht in de bedrijven voldoende was. En dat de door het kapitalisme ontwikkelde techniek (gebaseerd op grootschaligheid, fossiele brandstoffen en snelle vervanging van producten) onaangetast kon blijven. De afgelopen decennia heeft pijnlijk laten zien dat dat niet zo is. Zoals de oude Marx al stelde is het kapitalisme niet alleen gebaseerd op de uitbuiting van de arbeidskracht maar ook van die van de natuur (de twee bronnen van rijkdom).

Inmiddels is het voor steeds meer socialisten duidelijk dat wil de mensheid op langere termijn overleven er van een fundamentele andere relatie met de natuur sprake moet zijn. Dat inzicht wordt vaak aangeduid met ecosocialisme (https://www.grenzeloos.org/content/wat-ecosocialisme-2). Ecosocialisten gaan er van uit dat de ecologische crisis het gevolg is van het kapitalisme en dat een groen kapitalisme onmogelijk is. En dat ecologische strijd ook klassenstrijd is en moet zijn.

En de rijkaard leeft zelfzuchtig voort…
Bender ziet dat anders. Hij/zij pleit voor een persoonlijke ecologische strijd, ‘een eenvoudig leven’. Hij/zij is geen socialist (want niet tegen privébezit) en gelooft dat het proletariaat (de arbeidersklasse) niet meer bestaat omdat ‘we allemaal tot consumenten zijn gemaakt’ en als klap op de vuurpijl vindt hij/zij dat de rijken hun leven maar gewoon voort moeten zetten. ‘Dat er een paar rijken rondlopen, dat kan me geen ene zak schelen’, schrijft hij/zij uitdagend.*

Dat laatste lijkt me de kern van het probleem van Benders benadering. Want die paar rijken worden niet alleen steeds rijker (https://www.theguardian.com/business/2018/apr/07/global-inequality-tippi...), ze hebben ook de economische en de politieke macht. Het kapitalisme is niet alleen een economisch systeem, het is vooral een maatschappelijk systeem waarbij de kapitaalsbezitters en hun zetbazen de macht hebben. Het mislukken van het afschaffen van de dividendbelasting is hier de spreekwoordelijke uitzondering die de regel bevestigt en krijgt juist daarom zo veel aandacht. Het klimaatakkoord, waarin gepleit wordt voor verhoging van de lasten voor de huishoudens en subsidies voor de bedrijven, bevestigt dat maar weer eens.

Wie denkt dat de ecologische crisis bestreden kan worden zonder de rijken en de superrijken aan te pakken, staat buiten de realiteit. Natuurlijk is een pleidooi voor een soberder leven prima, maar voor de ecologische crisis is gezamenlijke, maatschappelijke en politieke actie nodig.

De oplossing van Bender komt neer op: wie zich het probleem voldoende bewust is en het zich kan permitteren vermindert zijn/haar consumptie; degenen die dat niet kunnen of willen (zoals in de ogen van Bender de Franse gele hesjes) worden gekapitteld en de rijken kunnen hun gang gaan. Als we die aanpak volgen (en in feite is dat ook wat er nu gebeurt) zal het resultaat desastreus zijn. De ecologische crisis zal er niet mee worden opgelost. En uiterst rechts zal zich steeds verder kunnen versterken. Want als links er niet in slaagt om aan te sluiten bij de terechte onvrede onder brede lagen van de bevolking, zich niet woordvoerder van die onvrede weet te maken en de strijd weet te richten op de oorzaak van de problemen, houdt uiterst-rechts de wind in de zeilen.

De door mij bepleite ecosocialistische aanpak kan erg ver weg en utopisch lijken. Links en vooral uiterst-links is de afgelopen decennia steeds verder verzwakt en heeft het ook op het vlak van de ecologische strijd vaak af laten weten. Maar helaas wordt de ecologische crisis (en dan met name de klimaatcrisis) steeds ernstiger, zichtbaarder en voelbaarder. Daardoor stijgt de kans dat mensen open gaan staan voor een werkelijke oplossing. Of die ook gerealiseerd kan worden hangt af van de strijd die er voor wordt gevoerd. Ook hier gelden de profetische woorden van Rosa Luxemburg: socialisme of barbarij. Laten we strijden voor het eerste.

* Het onteigenen van de productiemiddelen is natuurlijk iets anders dan het opheffen van privébezit, waar Bender het over heeft als hij/zij schrijft: ‘Ik ben geen tegenstander van privébezit. Ik ben geen socialist. De geschiedenis heeft wat mij betreft duidelijk gemaakt dat socialisme tot niet veel goeds leidt.’ Het is ook iets anders dan nationalisatie onder kapitalistische verhoudingen waarin bedrijven staatsbezit worden en verder in een kapitalistische markt blijven functioneren.

Willem Bos