Skip to main content
  • 01 november 1991

Bevrijding van de kerk

Ruben R. Dri

Op het symposium '500 jaar Emancipatie en Identiteit van Latijns Amerika, 1492 1992' was Ruben Drí een van de sprekers. De biografie in de programmafolder omschreef hem als volgt: "Ruben Drí is geboren in 1952 in Argentinië en is theoloog en filosoof. Hij was lid van de beweging 'priesters voor de Derde Wereld'. In 1974 moest hij onderduiken en twee jaar later ging hij in ballingschap in Mexico. In 1984 keerde hij terug naar Argentinië, waar hij nu les geeft aan de Universiteit van Buenos Aires."

Wij hielden een interview met hem waarin de bevrijdingstheologie centraal stond. Drí bleek een vriendelijke, 'erudiete' man met een bijzondere uitstraling. Jammer genoeg hadden we niet veel tijd. In het kleine zaaltje, waar het interview plaatsvond, zou de Wereldomroep een half uur later opnames maken. Daardoor waren we niet in staat om tijdens het gesprek zijn (Spaanse) antwoorden terug te vertalen in het Nederlands. Dat wetend kwam Drí meteen tot de kern van de zaak.

We vroegen hem of hij in het kort een beeld kon schetsen van de ontwikkeling van de bevrijdingstheologie in Latijns - Amerika.

Drí: "De bevrijdingstheologie kwam op vanuit de Latijns Amerikaanse bevrijdingsstrijd gedurende de jaren '60 en '70. De volksbewegingen deden, omdat zij voor het grootste gedeelte christelijk zijn, een nieuwe theologie ontstaan.

Vanuit de bevrijdingsstrijd binnen christelijke groepen ontstonden, op een theologische manier, nieuwe niveaus van bewustzijn. Dit drukte zich uit in een nieuwe theologie. In de zich voordoende realiteit vonden ze de wortels van de bevrijding. Wortels die er al waren in het Oude Testament.

Het belangrijkste is dat in de theologie niet meer de kerk en de hiërarchie van de kerk centraal staat, maar het volk zelf. Dat betekent dat God met ons praat via het volk en niet via de hiërarchie van de kerk. Als de kerkelijke hiërarchie trouw wil zijn aan het evangelie moet zij inzien dat God met ons spreekt via de volksbeweging."

Maar hoe is dan de verhouding tussen de bevrijdingstheologie en de katholieke kerk van Rome?

Drí: "De bevrijdingstheologie kwam op in met name de katholieke groepen en is de theologische expressie van de bevrijdingsstrijd, dus van de evangelische boodschap.

De katholieke kerk, zoals die zich vanaf de vierde eeuw na Christus gestructureerd heeft, met het edict van Konstantinopel in het jaar 313 na Christus, was een kerk die met de heersende macht participeerde. Dat betekende dat bevrijdingsbewegingen die uit haar schoot opkwamen uitgeschakeld werden. Daarom stelde de kerk de inquisitie in en werd de ketterij bloedig onderdrukt.

Sommige bewegingen, zoals de Franciscanen, werden vervolgd. Die kwamen op vanuit de volksbewegingen en richtten zich tegen het dominante karakter van de hiërarchie.

Nu gebeurt hetzelfde met de bevrijdingstheologie, met de volkskerk, die wij de 'populaire' kerk noemen. Vooral vanaf het pausdom van Johannes Paulus II werd een sterke aanval ingezet tegen alles wat binnen de kerk voor bevrijdingsstrijd staat. Aangezien de 'populaire' sectoren in Latijns Amerika achteruit zijn gegaan, is het sindsdien ook met de bevrijdingstheologie bergafwaarts gegaan.

Ik stel vanuit deze problematiek dat wij een nieuw alternatief moeten vinden. Anders lopen we het risico te eindigen zoals alle bevrijdingsbewegingen die zich aan gingen passen, een dialoog opstartten, of simpelweg nieuwe plekken zochten in dominante structuren. Ze zullen binnen het systeem blijven spelen, of erdoor opgegeten worden en verdwijnen. Het werken met de structuur binnen de kerk kan een tactiek zijn, maar dat is afhankelijk van de economische omstandigheden. Op dit moment stellen wij daarom voor om te zoeken naar een alternatief.

Deze tactiek kan goede resultaten hebben, mits wij hard werken om de diepere problemen aan te boren. Het uiteindelijke doel zal zijn ons te bevrijden van kerkelijke structuren."

Na jaren van kritiek en spreekverboden heeft de bevrijdingstheoloog Leonardo Boff onlangs verklaard dat hij stopt met zijn verzet binnen de machtige rooms katholieke kerk. Wat betekent dat en hoe is er in Latijns Amerika gereageerd op dit bericht?

Alvorens een antwoord te geven knikt Drí begrijpend, ook hem houdt deze vraag bezig.

"Dat is deels het probleem dat ik in mijn vorige antwoord besprak. Werk je binnen de kerkelijke structuur of kies je een alternatieve weg? Ik ga Leonardo Boff niet bekritiseren, want hij is een belangrijke strijder voor de bevrijdingstheologie. Maar doorgaan met werken binnen die structuren, waar hij nu blijkbaar voor gekozen heeft, betekent altijd problemen met de hiërarchie van de kerk.

De kerk heeft gedurende haar geschiedenis gedemonstreerd dat ze geen confrontatie aangaat met bevrijdingsbewegingen die zich met haar verbinden, dat wil zeggen die hun allianties verbinden met de macht. Als theologen, zoals Leonardo Boff en Gustavo Gutierrez, binnen de kerkelijke structuur willen doorgaan, met erkenning van die structuur, zullen zij geconfronteerd worden met zware onderdrukking. Dat loopt dood. Je kunt binnen de structuur verder gaan, of er buiten staan en met de bewegingen doorgaan.

Men moet de strijd niet zien als persoonlijk, maar samen met de sociale bewegingen tegen de machtsstructuren vechten. De manier moet afhankelijk zijn van wat de situatie eist.

Ik meen dat er een alternatief gevonden moet worden. Ik zit niet binnen die kerkelijke structuren, ik heb daar geen plekje. Je betaalt een hoge prijs als je er niet binnen zit, maar aan de andere kant is het de goede weg om een alternatief te vinden voor daadwerkelijke bevrijding."

Een alternatief zal dus buiten de kerkelijke structuur gezocht moeten worden, en de theologie is de taal voor dat alternatief. Maar is de taal van de bevrijdingstheologie niet te misbruiken, te manipuleren, zoals al eeuwen gebeurt met de taal van de gewone kerk?

Drí bevestigd dat:

"Theologie werkt met symbolen en boodschappen. De bevrijdingstheologie kan dus gemanipuleerd worden. Het Vaticaan heeft twee documenten uitgegeven waarmee het probeert zich de bevrijdingstheologie toe te eigenen. Daarin beweert het Vaticaan dat het weet wat echte bevrijding inhoudt. Daarnaast strafte het theologen en bevrijdingsbewegingen."

Maar daar laat Ruben Drí het niet bij. Hij maakt onderscheid tussen echte en valse bevrijdingstheologen:

" De eerste groep theologen onderwerpt zich niet aan het gezag van het Vaticaan. Theologen uit de tweede groep onderwerpen zich wel aan dat gezag. Ze hebben dus een beeld van bevrijding dat gemanipuleerd is.

Wij in Latijns Amerika zijn religieuze mensen en als wij een religieuze ervaring hebben formuleren we dat met symbolen. Die symbolen kunnen gemanipuleerd zijn. Er is een strijd rondom de interpretaties van de symbolen en dat is een deel van de ideologische strijd. God, bijvoorbeeld, is de uitdrukking van de behoefte aan mystiek en utopie. Het probleem is niet of wij al dan niet in God geloven. Maar het probleem is of dit symbool, God, iets van ons als volk is. Dat wil zeggen, of wij dit symbool kunnen gebruiken voor het realiseren van onze doelstellingen, of dat dit symbool door de dominanten zal worden gebruikt. Er bestaat namelijk ook een God van de overheersing, de God van de dood, die door de dominante klasse geïnterpreteerd is en waarvan de onderdrukkers willen dat het volk dit accepteert.

Vanuit de praktijk van de bevrijding verandert dit symbool van betekenis. Onze God is een impuls om te leven, om te bevrijden. Een impuls voor de utopie die zich in de geschiedenis moet realiseren.

Ik zal een voorbeeld geven van de manier waarop religieuze symbolen gemanipuleerd zijn. In de bijbel staat dat profetische groepen in conflict waren met de monarchistische en priesterlijke takken van het christelijk geloof. Er was een gevecht gaande rondom het concept van God en het begrip 'Koninkrijk van God'. Wij bevrijdingstheologen stellen dat de boodschap van Jezus de boodschap is van het Koninkrijk van God en niet van de kerk. Jezus kondigde het Koninkrijk van God aan, niet de kerk. Ons symbool van het Koninkrijk van God ontstond nadat de groep rond Mozes in Palestina aankwam. De groep werd door Jozef geleid. Ze sloten een pact in Siquem, in het jaar 1200 voor Christus. De Joodse stammen kwamen bijeen in een gelijkwaardige confederatie, anti monarchistisch, anti klassistisch. Een communisme dat Jaweh als koning erkende. Het Koninkrijk van God is dus een communistische egalitaire samenleving. Dit samenleven duurde zo'n 200 jaar, vanaf 1200 tot 1030 voor Christus. Toen werd het door de monarchisten omvergeworpen.

Met de komst van koning David begonnen de monarchisten het Koninkrijk van God te herinterpreteren. Daarmee werd het Koninkrijk van God het koninkrijk van David, omdat hij als de vertegenwoordiger van God op aarde werd gezien. Vroeger betekende het Koninkrijk van God dat er geen koning was, nu is er een vertegenwoordiger. Daarmee is dus een symbool gemanipuleerd."

De bevrijdingsbewegingen in Latijns Amerika zijn veelal gewapende bewegingen of zijn dat geweest. Geeft de bevrijdingstheologie steun aan gewapende bewegingen die voor bevrijding strijden?

Drí, bedachtzaam: "Ja. Het is moeilijk om over de bevrijdingstheologie in het algemeen te praten, omdat je op elke plek diverse tactieken hebt, al naar gelang de omstandigheden. Vanuit haar wortels kan de bevrijdingstheologie de populaire bewegingen, of volkeren die wapens oppakken om zichzelf te beschermen, niet veroordelen. Op plaatsen met het grootste politieke bewustzijn, zoals in El Salvador, geeft de bevrijdingstheologie effectieve steun. In Argentinië was die steun er op bepaalde momenten in de jaren '60 en '70. In Chili natuurlijk ook.

Maar er is een tactisch probleem. Daarmee bedoel ik dat de steun niet moet bestaan uit woorden, maar daadwerkelijk gegeven moet worden. Op deze vraag zal altijd een ambivalent antwoord komen, omdat het een politiek gevoelige vraag is. Als ik bijvoorbeeld zeg dat wij, in het Argentinië van nu, steun geven aan de gewapende strijd zal dat een averechts effect hebben.

Maar het is heel belangrijk te weten dat de bevrijdingstheologie, toen zij de wortels van de bevrijding vond, ontdekte dat er in de bijbel en in de praktijk van Jezus 1 weg is. Volgens die weg wordt het geweld niet veroordeeld, maar is het een mogelijkheid.

Toen de Romeinen Jezus wilden arresteren, bevond hij zich in een groep gewapende discipelen die hem beschermde. Die groep had geen mogelijkheid om te winnen. Jezus moest onderhandelen om zijn groep te sparen, en daarmee zijn boodschap te redden."

Een gesprek over theologie en bevrijding in Latijns Amerika roept natuurlijk de vraag op wat bevrijdingstheologie kan betekenen voor een land als Nederland. Drí, zichtbaar geamuseerd door onze interesse voor politiek alhier, bleef hierover kort:

"In een samenleving die in welvaart leeft, zoals in Nederland het geval is, en die zich beweegt in het midden van de macht, is het moeilijker bevrijdingswegen te vinden.

De bevrijdingstheologie is een niveau van het christelijk bewustzijn in de strijd voor de bevrijding en gaat samen met politieke strijd.

Ik denk dat de strijd hier moet samengaan met internationale bewegingen die vanuit de onderdrukten opkomen, het moet samengaan met de strijd in de Derde Wereld."

Inleiding, interview, vertaling en bewerking:

Martin Drenthen, Nahuel Beccan, Kees Brinkman, Herbert Bitter en met dank aan Mundos Unidos